In Poeke werd volgende legende verteld:
In de middeleeuwen vertrokken er vanuit onze gewesten heel wat ridders op kruistocht naar het Heilige Land, om er het Heilige Graf van Christus tegen de muzelmannen te verdedigen. Dit gebeurde rond het jaar 1100 en bracht heel wat volk op de been.
Volgens de overlevering zou een zekere ridder vertrokken zijn en zijn vrouw bleef eenzaam en verlaten in Poeke achter, daar hij jarenlang wegbleef. Zij was diepbedroefd, doch zij bad geregeld voor het beeld van de moeder van Jezus; zij stelde haar volle vertrouwen op de Heilige Maagd.
Toen zij op zekere dag ingetogen voor het beeldje aan het bidden was, kreeg zij plots een visioen. Een ridder verscheen plots bij haar en berichtte haar met luide stem: Ik hen een goe maere* voor u! Uw man is kerngezond en is op weg naar huis!. En inderdaad, alles verliep zoals voorspeld! De bedroefde vrouw was in minder dan geen tijd een dolgelukkige vrouw; de kruisvaarder kwam heelhuids en gezond thuis in Poeke aan en trof haar al biddend voor het beeldje aan. Sedertdien werd dat beeldje Goemaere genoemd.
Sindsdien heeft men alles in het werk gesteld om dat mysterieuze beeldje in Poeke terug te krijgen. Daar de lokale autoriteiten in Engeland zich hardnekkig tegen deze teruggave verzetten, mislukten alle pogingen.
De mondelinge overlevering vertelt verder dat het een groot geluk voor de Poekse gemeenschap zou betekenen, indien dit wonderbare beeldje van Goemaere eens in zijn oorspronkelijk midden mocht terugkeren.
* mare: boodschap of tijding
Bron: Roger Defruyt, Goemaere een legende te Poeke, in Land van de Woestijne, jg. 5 (1982), nr. 2, p. 25.