Georges Hulin de Loo (1862-1945)

Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog werd Hulin de Loo aangesteld als burgemeester. Toch verklaarde hij ooit niet van politiek te houden. In de eerste plaats voelde Hulin de Loo zich, met diploma’s filosofie en rechten op zak, een academicus. Op de Steenweg op Deinze staat de ‘Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën’ of ‘Hulins Kapel’. Ze werd in 1938 door Georges en Anna Hulin de Loo gebouwd ter nagedachtenis van hun ouders. Ook straatnamen verwijzen nog naar de vroegere burgemeester, die in 1945 op 83-jarige leeftijd stierf.

Hoogleraar

Georges Hulin de Loo werd in 1862 geboren in Gent. Hij studeerde aan de Gentse universiteit en later ook in Berlijn, Straatsburg en Parijs. In Gent werd hij hoogleraar filosofie, sociale geschiedenis en kunstgeschiedenis. Hij werd dé specialist van de Vlaamse Primitieven en door zijn ontdekkingen kregen kunstenaars zoals de Meester van Flémalle, Rogier van der Weyden, Gerard David en anderen de plaats die hen toekwam. Dank zij hem kocht het museum van Gent voor 4000 en 4500 frank twee schilderijen van Hieronimus Bosch aan.

De eminente geleerde kreeg talrijke titels en was lid van heel wat commissies. Als overtuigd francofoon kreeg hij het wel geregeld aan de stok met de Vlaamse studenten, die hem zelfs op straat uitjouwden. Hij was hevig gekant tegen de vernederlandsing van de Gentse universiteit, doceerde in het Frans en lag daardoor aan de basis van een regeringscrisis tijdens de regering Jaspar II (1931).

In de winter woonde hij in Gent, in de zomer in Lotenhulle waar hij een prachtig buitenverblijf met park bewoonde. Het burgemeesterschap van Lotenhulle was een afleiding tussen reizen en studeren. In 1945 werd Georges Hulin de Loo overreden door een vrachtwagen van de geallieerden.

Meer informatie:

Kunstfotomap Aalter, Merkwaardige figuren te Aalter, Cultuurraad Aalter, 1981.
Peter Laroy, Un intellectuel de Lootenhulle, in Appeltjes van het Meetjesland, jb. 47, blz. 55-76.
Arnold Strobbe, Lotenhulle, een verhaal van mensen, blz. 112-115.
Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, deel 1, blz. 693.
Filip Bastiaen, Ivan Hoste, Peter Laroy, Luc Stockman, Arnold Strobbe, Geschiedenis van Lotenhulle, blz. 355-382.