Aalterse oorlogsmonumenten

Gedenkteken W.O. I aan de Sint-Corneliuskerk 

Na de Eerste Wereldoorlog richtte het Aalterse gemeentebestuur in de schaduw van de Sint-Corneliuskerk een voor die tijd vrij indrukwekkend gedenkteken op. Daarop staan de namen van 38 soldaten en 23 burgers die door de oorlog de dood vonden. Het monument beeldt een soldaat af, met het toenmalige Aalterse wapenschild, gevat in een symbolische kruisvorm. De plaats van dit oorlogsmonument, naast de kerk, is ideaal om jaarlijks de slachtoffers te herdenken. Het monument werd eind 1919 plechtig ingewijd.

Gedenkteken W.O. I aan de Heilige Kruiskerk in Lotenhulle

Aan de rechterzijde van de Heilige Kruiskerk in Lotenhulle is ‘de gedenksteen van de gesneuvelde soldaten van Lotenhulle’ te bezichtigen. De gedenksteen werd geplaatst op vraag van de toenmalige burgemeester Georges Hulin De Loo en werd onthuld op 17 april 1921. Lotenhulle kreeg een van de mooiste oorlogsaandenkens van de regio. In een centrale rondboognis staat een trotse soldaat en aan beide zijden komt een medaillon voor met een in bas-reliëf uitgewerkte engelenfiguur waarvan de stijl duidelijk aansluit bij de Art Nouveau van voor de oorlog. Het monument is van de hand van de bekende Gentse beeldhouwer Geo(rges) Verbanck. Het plaatsen van dit beeld, verliep echter niet zonder slag of stoot. 

Monumenten W.O. II aan het Oud Gemeentehuis en Ter Walle

De Tweede Wereldoorlog woog op Aalter en zijn bevolking nog zwaarder dan de Eerste. Daarvan getuigen twee bescheiden monumenten. Het eerste is een gedenkplaat aan de zijkant van het voormalige gemeentehuis. Ze werd opgericht voor de gefusilleerde verzetsstrijders Adhemar De Poorter, Omer De Bruyne, Theophiel De Vos en Bernard Fléchy.

Adhemar De Poorter, kunstschilder van beroep, weigerde als reserveofficier onder de bezetter in het leger te gaan. Hij richtte een plaatselijke verzetskern op en sloot zich aan bij de overkoepelende verzetsgroep Geheim Leger. Hij werd verklikt nadat hij documenten had overgebracht naar zijn contactpersoon in Brussel en kwam voor het vuurpeloton op 2 september 1943. Ook Omer De Bruyne, Theofiel De Vos en Bernard Fléchy, medestanders van Adhemar De Poorter, werden gefusilleerd. De gedenkplaat is eenvoudig en bescheiden en lijkt op het monument voor de Eerste Wereldoorlog.

Aalter werd bevrijd door de 1ste Poolse panterdivisie, onder leiding van generaal Stanislaw Maczek. Heel wat Polen vochten verbeten aan de zijde van de geallieerden, terwijl de Duitse troepen lelijk huishielden in hun thuisland. Op 9 september 1944 trokken de Poolse strijdkrachten het centrum van Aalter binnen en na de nodige schermutselingen en chaotische toestanden, riepen de Aalternaren 11 september uit tot Vliegende maandag.

Aalter was zijn Poolse bevrijders bijzonder dankbaar. Op 3 september 1972 werd het Polenmonument in Aalter onthuld door generaal Maczek. De gestileerde vedertooi is het embleem van de Poolse pantserdivisie en verwijst naar het hoofddeksel dat de Poolse huzaren in 1683 droegen bij de Slag van Wenen.