Ze krijgen een tweede leven als exporuimtes die de geschiedenis van 100 jaar elektriciteit in beeld brengen.
Overal te lande verdwenen de laatste decennia de vaak prachtige elektriciteitshuisjes van weleer en worden we overspoeld door een golf van prefabexemplaren. Die huisjes vormen nochtans de laatste monumenten van de industriële revolutie, maar zijn amper beschermd en kunnen dus zomaar verdwijnen. Aalter kiest ervoor om twee huisjes, versierd met trapgevels, eerherstel te geven. En terecht, want het belang ervan was bijzonder groot. Dankzij de intrede van de elektriciteit ging bij vele honderden gezinnen het licht aan en zetten de industrie, de landbouw en de moderne beschaving grote stappen vooruit.
Minimusea
Met de restauratie maakt Aalter van de twee uit gebruik genomen cabines echte blikvangers, die de geschiedenis van het elektriciteitsnet in beeld brengen: de elektriciteitshuisjes werden verbouwd tot minimusea. Het metalen schrijnwerk aan de voorzijde werd vervangen door glas, zodat u vanop de straat installaties en elektrische toestellen doorheen de decennia kunt bewonderen. Voor meer info en het verhaal achter de objecten kan u de QR-code inscannen aan de buitenkant van de cabines. U ontdekt zo de geschiedenis van de verschillende objecten en enkele interessante weetjes.
Originele restauratie met een moderne twist
Bij de restauratie van de elektriciteitshuisjes is er bijzondere aandacht besteed aan het behoud van het authentieke karakter. De cabines zijn zorgvuldig hersteld in hun originele staat, met respect voor het oorspronkelijke ontwerp, de bouwmaterialen en de kleur. Ze zijn nu omgetoverd tot tentoonstellingspaviljoenen: in de Lostraat wordt een tijdelijke tentoonstelling rond 100 jaar elektriciteit gehouden, terwijl in de Stationsstraat een gerenoveerde originele installatie te bewonderen is.
De gevelopeningen van de cabines zijn versterkt door de toevoeging van strakke stalen 'boxen', uitgerust met 'smartglas'. Deze moderne, zwarte boxen vormen een bewust contrast met de ruwe, deels verweerde betonsteen van de cabines. Het innovatieve glassysteem, dat zowel een doorzichtig als opaal uitzicht kan hebben, prikkelt de nieuwsgierigheid en nodigt voorbijgangers uit om dichterbij te komen. Dit hedendaagse glasconcept versterkt niet alleen het '100-jaar elektriciteitsverhaal', maar legt ook een duidelijke link naar het Smart City concept van de gemeente Aalter. Afhankelijk van het moment van de dag zullen de cabines wisselen van uitzicht, soms doorzichtig, soms opaal, waardoor ze een dynamisch en levendig onderdeel van het straatbeeld worden: actief overdag en in ruststand 's nachts.
Aalter katapulteert zichzelf de 21ste eeuw in
Met de integratie van 'smartglas' in de elektriciteitshuisjes katapulteert Aalter zichzelf rechtstreeks de 21ste eeuw in en toont het zich als voortrekker van technologische innovatie. Deze technologische toevoeging benadrukt niet alleen het belang van het behoud van industrieel erfgoed, maar toont ook de bereidheid van de gemeente om moderne technologie te omarmen en te integreren in haar erfgoed.
100 jaar elektriciteit in Aalter
Honderd jaar geleden konden de inwoners van Aalter en omgeving voor het eerst aangesloten worden op het elektriciteitsnet. Voorheen waren er her en der al wat particuliere initiatieven, maar vanaf begin de jaren 1920 maakte het provinciebestuur werk van de uitbouw op grote schaal. De provincie betaalde de torenhoge infrastructuurwerken (de prijs van één meter kabel bedroeg toen 25 frank), maar de lokale besturen moesten wel instaan voor de kost van de elektriciteitsverdeling onder de eigen bevolking. Net daarom hielden aanvankelijk een aantal gemeenten de boot af: in de jaren van wederopbouw na de Eerste Wereldoorlog was het een investering die sommige besturen niet durfden te nemen.
Bellem en Knesselare aarzelden
Ook in de regio Aalter was niet iedereen meteen gewonnen voor de aansluiting. In Bellem aarzelden ze om financiële redenen, maar uiteindelijk draaiden de Bellemnaren bij en kregen ze een elektriciteitscabine in het dorp en aan de brug. Door de uitgestrektheid van het dorp zou het toch nog een lange tijd duren vooraleer iedereen er perfect kon van genieten. Meer protest kwam er uit Knesselare. Met het nipt verwerpen van de gevraagde investering (6 stemmen tegen 5 in de gemeenteraad) haalde de gemeente zelfs de voorpagina van de nationale kranten: het dorp zou de trein naar de toekomst missen. De soep werd uiteindelijk niet zo heet gegeten als ze werd opgediend. De regio Aalter kreeg in het voorjaar van 1924 de voorziene aansluiting. De twijfelaars volgden, ze konden niet anders: vooruitgang viel niet te stoppen … (bron: de Geschiedenis van Aalter door Peter Laroy)