Elektriciteit bracht ingrijpende verbeteringen in de evolutie van de platenspeler.
Het zorgde voor aanzienlijk betere geluidskwaliteit door een constante draaisnelheid van de plaat, elimineerde de noodzaak van grote akoestische hoorns, bood aanpassingsmogelijkheden voor volume en toonbalans, en maakte automatisering mogelijk.
Elektrische platenspelers konden gemakkelijk worden aangesloten op andere elektronische apparaten, droegen bij aan de ontwikkeling van moderne vinylplaten en leidden tot de opkomst van hi-fi en stereo-audio.
Tegenwoordig zijn platenspelers niet alleen functionele apparaten om muziek af te spelen, maar ook geliefde objecten onder verzamelaars en muziekliefhebbers vanwege hun nostalgische waarde en de warme, analoge geluidskwaliteit die ze bieden.
Dit object werd in bruikleen gegeven.
Evolutie van de platenspeler
- De fonograaf van Edison: De fonograaf van Thomas Edison wordt beschouwd als een van de vroegste mechanische geluidsopname- en weergaveapparaten. Edison patenteerde zijn uitvinding in 1877. De fonograaf gebruikte een cilinder om geluid op te nemen en af te spelen.
- De grammofoon van Berliner: Emile Berliner, een Duits-Amerikaanse uitvinder, ontwikkelde de grammofoon, een apparaat dat platte schijven (grammofoonplaten) gebruikte in plaats van cilinders. Dit was een belangrijke stap voorwaarts in de ontwikkeling van de platenspeler. Door het gebruik van een platte schijf in plaats van een cilinder werd de grammofoon snel populair. De platte schijven, die eerst gemaakt werden van hard rubber, daarna van schellak, en later van vinyl, konden gemakkelijk in massa geproduceerd worden. Berliner richtte ook The Gramophone Company op. Hij haalde artiesten over om hun muziek te introduceren op zijn platen.
- Het elektrische tijdperk: Na de Eerste Wereldoorlog werd de elektrische platenspeler geïntroduceerd, waardoor de geluidskwaliteit aanzienlijk verbeterde. Voordien werden platenspelers vaak aangedreven door een slingermechanisme. Het was vanaf dan niet meer nodig om de platenspeler op voorhand op de winden.
- De langspeelplaat: De langspeelplaat (LP of elpee) werd geïntroduceerd in de jaren 1930 en 1940. Lp's hadden een langere speeltijd dan eerdere formaten en werden gemaakt van vinyl, wat de geluidskwaliteit verbeterde. Ze waren ontworpen om afgespeeld te worden met een snelheid van 33,3 ronden per minuut (RPM).
Met de komst van de 45 toerenplaat (de 7-inch of single) was de platenspeler niet meer weg te denken uit rijkere huishoudens. - De betaalbare platenspeler: In 1958, toen het voor het eerst mogelijk was om platen in stereo geluid af te spelen, steeg de verkoop van platenspelers explosief. Pas in de jaren 60 en 70 kwamen de betaalbare platenspeler op de markt. Vanaf toen kon elke huishouden een stereo-platenspeler aanschaffen en genieten van het excentrieke geluid van de elpee. Deze platenspelers hadden meestal een arm met een diamanten naald om de groeven van de plaat te volgen.
- De komst van de compact disc: De komst van de compact disc (CD) en digitale muziek bracht een verschuiving teweeg in de populariteit van platenspelers. Veel mensen stapten over op digitale geluidsdragers vanwege hun gemak en schijnbare geluidskwaliteit.
- De terugkeer van vinyl: Ondanks de opkomst van digitale muziek blijft de platenspeler populair bij audiofielen en liefhebbers van vinyl. Sinds 2008 is een hernieuwde belangstelling voor platenspelers en vinylplaten, en veel muzikanten brengen hun muziek uit op vinyl.