Herman Cocquyt (poëzie)

Veilige Have

mijn moeder

is nu ook het noorden kwijt

het oosten

lag al buiten ‘t westen

het zuiden zoekt ze sinds geruime tijd

verschrikt raakt ze

verstrikt in eigen nesten

de dunne naald

van haar kompas

draait constant rondjes in haar hoofd

ze weet niet hoe

of wat het was

ze voelt dat langzaamaan

haar geest verdooft

ze wil nog

gauw de tijd vertragen

zo gaat ze door de nauwe gang

ze kijkt nog even om

wat bang

 ziet ze haar toekomst

langzaam dagen

mijn moeder is nu wel het noorden kwijt

zo veilig ligt ze

in haar eigen nesten

ze zoekt niet meer

ze wacht haar tijd

en ziet de zon

die ondergaat in ’t westen

Herman C juni 2009  


moederskind

langzaam

gaan mijn voeten met mij mee

en heel mijn wereld

krimpt steeds weer en meer ineen

mijn kinderen

worden ouders nu

en ik

gelijk hun kind

kijk toe

en zie

gelijk mijn moeder

hoe

zij nu

aan mijn hand

mij hoeden voor het vallen

want iedereen en alles

bijna alles

loopt hier zo mank en mis

ik lach

omdat het zo veel beter is

ik voel

ik weet het zeker

dat mijn kind

nu ook mijn moeder is

herman cocquyt

september 2009


Mijn Aalter

ik heb de halve wereld
al gezien
of niet gezien
gedroomd misschien
van hoge bergen
en van diepe dalen
musea vol met pracht en pralen
en kunst in kerken kathedralen

ik heb
zoals men zegt
mijn horizon verruimd
de plaatsen waar ik ben gekomen
met al mijn ogen
heb ik er foto’s van genomen
het album in mijn hoofd
raakt nooit meer opgeruimd

en toch
zo veel
veel liever nog
zo zie ik toch
mijn hemels blauw
mijn huis mijn tuin

mijn vogels en mijn vissen
mijn Kranepoel
mijn Poekebeek
mijn waterlelies
en mijn gele lissen
mijn heden
mijn verleden toen
mijn vlinders
en mijn gras zo groen
ik kan ze echt niet missen

die einder daar die eindigt daar
waar ik naar staar
mijn dorp onder de toren
mijn boomgaard en mijn koeienwei
mijn velden vol
met maïs en koren
ze zingen mee dat lied in mij
ik kan het zien en horen
hier is mijn wereld
hier mijn thuis
hier waar ik ben geboren

Herman Cocquyt 2012


DAAR AAN DE OVERZIJDE

de zon schijnt op de waterkant

en kleurt de groene weide

nog zonniger ligt het lage land 

daar aan de overzijde

de bomen hier aan onze kant

die ruisen zacht en blijde

en fluisteren stil over dat land

daar aan de overzijde

wij staan tezamen hand in hand

we kijken zwijgend beide

naar ‘t zalig zachte zomerland

daar aan de overzijde

ons hart verwijlt soms in dat land

dat ver van ons gescheiden

nog onbereikbaar ander land

daar aan de overzijde

Herman (naar Ida Gerhardt) - augustus 2018