Mee met de wind
Zoek een plekje waar je de wind goed kunt voelen. Sluit je ogen. Luister heel goed of je de wind kunt horen. Snuif eens heel goed de lucht op, kun je de wind ruiken? Of ruik je waar de wind vandaan komt?
- Voel eens heel goed of je de wind op je huid kunt voelen, hoe voelt dat?
- Doe je ogen maar weer open. Kun je de wind zien? Zie je iets aan de bomen en struiken om je heen? Je weet nu welke kant de wind waait.
- Zie je nog meer voorwerpen waaien in de wind; veertjes, paardebloempluis, esdoornzaadjes?